III. Het productieproces stroop stoken

III. Het productieproces stroop stoken
De bereiding van Limburgse stroop berust op de verwerking van regionaal hoogstam- of biologisch fruit, met name peren en appels. En verder een goede verhouding hiertussen (60%-40% t/m 80%-20%) en balans met diverse peren- en appelrassen. Daarbij rekening houdend met smaakdiversiteit van de diverse soorten en de mate van rijpheid. Gevallen of geschud fruit moet direct worden verwerkt; geplukt fruit kan enige tijd worden bewaard. In principe werd vroeger alle fruit verwerkt, en moest de stroopstoker een juiste mix maken van het voorhanden zijnde fruit.
De betrokken stroopstokers hebben vaak eigen boomgaarden en krijgen verder fruit geleverd door andere eigenaren van hoogstamfruitgaarden in hun omgeving. Het ambacht stroopstoken vereist praktische en theoretische kennis van het op elkaar afstemmen van de beschikbare appel- en perenrassen, kooktijden en temperatuur.
Koken
Een vereiste bij het stroopstoken is verder het gebruik van koperen ketels die in direct contact zijn met een open vuur opgewekt door hout of natuurlijk gas, vervolgens het gebruik van authentieke fruitsoorten en daaruit gewonnen sap dat na het koken en bij het persen alleen grof is gefilterd en een ononderbroken proces zonder toevoeging van andere ingrediënten. De originele fruitpersen zijn grotendeels van hout met een pers-draai mechanisme.
De bodem van een koperen ketel (grootte: 500- 1000 kg) is bedekt met een laagje water om te voorkomen dat het fruit aanbrandt. De ketel wordt gevuld met alleen lagen peren en appels (+/- 500 - 1000 kg). De onderste laag bestaat uit peren, omdat die minder snel aanbranden. Daarna wordt alles bedekt met een doek (natuurlijk materiaal, b.v. onbewerkte jute of dikke katoen). De hitte zorgt voor stoom vanaf de bodem van de ketel en deze verandert de structuur van het fruit ( de celwanden barsten) en barst de schil binnen 4 tot 6 uur. In dit stadium van het proces moet de stroopstoker voortdurend het vuur controleren. In het begin is de hitte wat lager zodat bij het fruit de sappen vrijkomen en de kans op aanbranden wordt beperkt.
Persen
Het door het kookproces ontstane fruitmoes wordt vervolgens in een houten pers gedaan. De stroopstoker legt de moes in lagen met doeken er tussen. De pulp wordt onder hoge druk uitgeperst. Dat levert het meeste sap op én de droge moes (koek) is daarna makkelijker te verwijderen.
Inkoken
Het geperste sap wordt in het persproces grof gefilterd en terug gedaan in de koperen ketel om gedurende meerdere uren ( 4 tot 15 uur) in te koken tot ongeveer 10 tot15% van het oorspronkelijke gewicht van het fruit. Door de stroop te “vlaggen” (de roerspaan langzaam optillen en de strook in V-vorm laten afdruipen) kan een ervaren stroopstoker met het blote oog de juiste dikte bepalen. Vervolgens doet de stroopstoker de stroop direct in potten. Goede stroop rijpt na (intensere smaak) en kan vele jaren worden bewaard.
Alle inhoud is eigendom van Slowfood Presidium Limburgse Stroop
Website ontwikkeld door Beter Bij Ons B.V.